Wat wil de wetenschap?

Ga direct naar: Universiteiten en instellingen

Ga direct naar: Open Science Communities

--

Het principe van open access wordt breed gedeeld in de Nederlandse academische wereld. Het doel van open access, het vrijelijk delen van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek in het belang van de wetenschap, staat niet of nauwelijks ter discussie. Het enthousiasme voor open access en de mogelijkheden hiertoe zijn echter verschillend per discipline. Kritische geluiden worden gehoord over de betaalbaarheid en de (nog) geringe status van open access tijdschriften.

Hieronder een overzicht van een aantal belangrijke open access initiatieven die door inspanningen van wetenschappers wereldwijd tot stand zijn gekomen:
 

  • In de geesteswetenschappen begint open access terrein te winnen. Enkele veelbelovende initiatieven zijn bijvoorbeeld Open Library of Humanities en Open Humanities Press. Traditioneel publiceren veel onderzoekers in de geesteswetenschappen (hoofdstukken) in monografieën, ook daarin worden stappen gezet met initiatieven als OAPEN en Knowledge Unlatched.

  • Een groep vooraanstaande internationale taalwetenschappers wil de toegang tot hun wetenschappelijke resultaten minder afhankelijk maken van te dure commerciële uitgevers. Dit unieke initiatief is eind 2015 van start gegaan onder de naam LingOA. Redacties van verschillende wetenschappelijke tijdschriften in de taalwetenschap hebben afscheid genomen van hun huidige uitgever en publiceren hun artikelen tegen zeer geringe kosten en maken ze vrij toegankelijk. De linguïsten willen met dit initiatief ook andere tijdschriften richting betaalbaar open access bewegen.

  • Ook juristen zetten zich in voor publiceren in open access. Boom Juridische uitgevers lanceerde in maart 2014 Open Access Advocate (OAA), het eerste en enige juridische open access-platform in Nederland. In april 2014 stuurden 62 juridische onderzoekers een Open Brief naar Kluwer waarin zij deze uitgever dringend verzoeken de kosten voor de universiteiten te verminderen voor toegang en hergebruik van publicaties die zij zelf geschreven hebben. in 2017 is een nieuwe preprint archief opgericht, genaamd LawArXiv.

  • In de economische wetenschappen wordt veel gepubliceerd in preprints. Een veel gebruikt internationaal open access preprint archief is RePEC. Ook wordt veel gebruik gemaakt van het Social Science Research Network (SSRN).

  • In de medische wetenschappen is BioMedCentral een voorbeeld van een succesvolle open access uitgever. Het Nederlandse KWF, dat wetenschappelijk onderzoek financiert, is voor open access: niet alleen in woorden, maar ook in daden. In 2015 brak Bart Kiemeney, Hoogleraar Kankerepidemiologie aan het Radboud UMC te Nijmegen in de Volkskrant een lans voor open access: in plaats van uitgevers te blijven spekken met belastinggeld, moeten universiteiten hun wetenschappelijk werk zelf publiceren, zegt hij.

  • In de Life Sciences is Public Library of Science (PLoS) een grote internationale open access uitgever. Veel PLoS tijdschriften (waaronder het multidisciplinaire PLOS One) hebben inmiddels hoge impact factoren. Nederlandse wetenschappers publiceren regelmatig in PLoS tijdschriften.

  • In de bètawetenschappen is ArXiv een succesvol open access initiatief. Dit preprint archief wordt beheerd door Cornell University en bevat ruim 1 miljoen open access artikelen uit de Natuurkunde, Wiskunde, Informatica en Statistiek. BioRxiV is de navolger voor de biologen.

  • SciPost vormt binnen het brede vakgebied natuurkunde een compleet platform voor wetenschappelijke publicatie, gerund voor en door actieve wetenschappers. SciPost is volledig not-for-profit, biedt een nieuwe vorm van 'peer-witnessed' refereeing, heeft een beter-dan-gouden standaard voor open access publicaties (artikelen worden gepubliceerd met een CC-BY licentie, zodat het auteursrecht volledig bij de publicerende wetenschapper blijft), brengt geen abonnements- of publicatiekosten in rekening (`two-way open access’: gratis voor lezers én voor auteurs) en draait volledig op de inzet van actieve wetenschappers (waaronder alle redactionele besluiten die collectief genomen worden door SciPost’s Editorial College).

  • Wat betreft de gouden route is SCOAP3 een mooi voorbeeld. Dit internationale samenwerkingsverband van bibliotheken, financiers en onderzoekscentra heeft belangrijke tijdschriften op het gebied van de Hoge Energie Fysica omgezet naar open access, zonder extra kosten voor auteurs.

  • Cost of Knowledge was in 2012 een succesvol wereldwijd initiatief van wetenschappers. Meer dan 12.000 onderzoekers ondertekenden de petitie, een initiatief van een aantal prominente wiskundigen. De petitie riep Elsevier op om haar beleid te wijzigen en de kosten die aan universiteiten en onderzoeksinstituten in rekening gebracht worden omlaag te brengen. Elsevier heeft als reactie de archieven van een aantal wiskundetijdschriften gratis openbaar gemaakt.

  • Het niet-commerciële online open access initiatief SIGMA (Symmetry, Integrability and Geometry: Methods and Applications) richt zich vooral op wetenschappelijke publicaties in de wiskunde en theoretische natuurkunde. Bijzonder is dat het wiskundige tijdschrift SIGMA niet alleen gratis is voor lezers, maar ook wetenschappelijke auteurs geen kosten in rekening brengt voor het in open access publiceren van hun werk.

  • PeerJ is een open access journal op het gebied van biologie, medische- en computerwetenschappen. PeerJ heeft een businessmodel dat zowel verschilt van het model van de reguliere uitgevers als dat van de meeste open access uitgevers.  Er wordt geen geld gevraagd voor het lezen van het artikel en ook niet voor het publiceren van het artikel. Auteurs betalen eenmalig een relatief laag abonnementsgeld, waarvoor ze vanaf dat moment tenminste één artikel per jaar kunnen publiceren. 

     

Universiteiten en andere instellingen

Alle Nederlandse universiteiten, de HBO-raad (nu Vereniging Hogescholen), KNAW, de Koninklijke Bibliotheek en SURF hebben de Berlin Declaration ondertekend. De Berlin Declaration pleit voor vrije toegang tot wetenschappelijke kennis. 

De Nederlandse universiteiten 

De instellingen zijn actief bezig met open access, soms apart, soms in samenwerking.

  • Onder leiding van de VSNU (Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten) en met ondersteuning van SURFmarket, werken de instellingen sinds 2014 aan nieuwe contracten met de uitgevers waarin open access publiceren nadrukkelijk wordt meegenomen.

  • Nederland is sinds 2005 het eerste land waarin alle universiteiten een repository met open access publicaties hebben. NARCIS is de centrale toegang tot de Nederlandse repositories.

  • Een aantal Nederlandse universiteiten hebben inmiddels een officieel instellingsbeleid voor open access. Dat geldt voor de Erasmus Universiteit Rotterdam (vanaf 2010), de Technische Universiteit Eindhoven (2015),TU Delft (2016), en Rijksuniversiteit Groningen (2017) Bijna alle universiteiten hanteren de verplichting om proefschriften openbaar te maken in hun repository.

  • De universiteiten van Twente, Utrecht en Delft stimuleren het publiceren in open access door een speciaal fonds.

  • De VU (Amsterdam), Universiteit Utrecht en Rijksuniversiteit Groningen ondersteunen hun onderzoekers bij het opzetten van open access tijdschriften.

Nederlandse universiteiten maken veel werk van het informeren van hun wetenschappers over open access via o.a. webpagina’s en nieuwsbrieven over dit thema. In de internationale Open Access Week vinden ieder jaar in het hele land symposia en diverse activiteiten plaats.

NWO

De Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) stimuleert, als grootste financier van onderzoek in Nederland, open access. Met ingang van 1 december 2015 heeft NWO haar regeling subsidievoorwaarden aangescherpt op het gebied van Open Access. ‘Zo snel mogelijk toegankelijk voor het publiek’ wordt ‘op het moment van publicatie direct Open Access.’

NWO wil dat onderzoeksdata die voortkomen uit met publieke middelen gefinancierd onderzoek beschikbaar zijn voor andere onderzoekers. Na honorering van een aanvraag dient een onderzoeker  een datamanagementplan te schrijven. Rekening houdend met aspecten als privacy, openbare veiligheid, ethische beperkingen, eigendomsrecht en commerciële belangen is het NWO-uitgangspunt voor haar datamanagementbeleid: ‘open als het kan, beschermd als het moet’.

KNAW

De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) vindt dat onderzoeksgegevens en publicaties van met publiek geld gefinancierd onderzoek vrij toegankelijk moeten zijn. Alle publicaties van KNAW onderzoekers worden binnen zes maanden na publicatie voor iedereen toegankelijk. Voor de humanities en social sciences geldt een termijn van twaalf maanden. Alle KNAW-onderzoeksdata worden duurzaam opgeslagen en voor iedereen toegankelijk gemaakt, tenzij dringende redenen (privacy, wettelijke regelingen) dat verhinderen. Dat gebeurt binnen achttien maanden na afloop van het onderzoek. Voor meer informatie over het beleid zie de open access webpagina van de KNAW.

Hoger Beroepsonderwijs (HBO)

Ook het Nederlandse HBO stimuleert publiceren in open access. De HBO Kennisbank geeft toegang tot meer dan 57.000 open access publicaties, waaronder BA-scripties, MA-scripties. De publicaties van lectoren en andere onderzoekers zijn ook opgenomen in NARCIS.

Open Science Communities

Open Science Communities (OSC) zijn lokale, bottom-up communities die bestaan ​​uit leden in verschillende loopbaanfasen van verschillende wetenschappelijke disciplines. De leden van een OSC zijn verenigd in de overtuiging dat open science de maatschappelijke en wetenschappelijke impact van hun werk vergroot en onderzoeken manieren om open science praktijken in hun workflows op te nemen. Ze bieden een plek waar nieuwkomers OS gemakkelijker kunnen maken door te leren van ervaren collega's, elkaar te inspireren om open science-praktijken en -waarden over te nemen, kansen en valkuilen te identificeren en feedback te geven over beleid, infrastructuur en ondersteunende diensten. Er is geen voorkennis of expertise vereist om lid te worden van een OSC - we zijn hier allemaal om te leren, elkaar te ontmoeten en samen te werken.

 

Dit begon allemaal in 2018, toen de Open Science Community Utrecht werd gelanceerd. Nu (januari 2021) hebben bijna alle Nederlandse universiteiten een OSC, en het format wordt ook in het buitenland opgepikt, met lokale OSC's in Zweden en Ierland. De netwerken van OSC's bestaan ​​nu uit dertien lokale gemeenschappen met meer dan 700 leden die klaar zijn om open science in de praktijk te brengen en dit aantal groeit snel. Door momentum en kritische massa te creëren, luiden OSC's van binnenuit een culturele verandering naar open science in.

U bent hier

Deze website informeert academici over de voordelen van open access tot de resultaten van publiek gefinancierd onderzoek

Over deze website

Contact

Volg ons